Er groeit een generatie kinderen op zonder privacy. Kinderen wiens eerste glimlach, stap en woord worden gedeeld op sociale media. Die binnen drie maanden na hun geboorte worden geregistreerd bij de gemeente, de sociale verzekeringsbank, een zorgverzekering en de belastingdienst. Voor wie het vanzelfsprekend is dat alles over ze te vinden is op het internet en dat overheden en grote bedrijven gigantische hoeveelheden informatie over ze opslaan. Je kunt je afvragen van wie deze kinderen zonder privacy eigenlijk zijn. Deze vraag is van belang omdat een generatie zonder privacy een gevaar is voor de toekomst van de democratie.
Het debat over privacy is sinds het openbaar worden van de afluisterpraktijken van de geheime diensten in volle gang. De privacy-beweging groeit. Steeds meer mensen beseffen het belang van bescherming van hun gegevens en communicatie. Maar privacy is meer dan zeggenschap over gegevens. Het is ook, in de woorden van de grondwet, het recht op een persoonlijke levenssfeer. Deze even zo belangrijke kant van privacy neemt in het maatschappelijk debat helaas een veel minder prominente plaats in.
Het recht op een persoonlijke levenssfeer is het recht op vrijheid. De vrijheid om je leven te leiden zonder onnodige inmenging van buitenaf. De vrijheid om te leren en dus ook op je bek te kunnen gaan. De vrijheid om vragen te stellen zonder dat je daarop wordt afgerekend. De vrijheid om kritiek te kunnen leveren op mensen in een machtspositie, zonder dat dit afgestraft wordt. Het recht op een persoonlijke levenssfeer geeft je de mogelijkheid kritisch te leren denken en jezelf te ontwikkelen.
Privacy is dus een voorwaarde voor een vrije, kritische en onafhankelijke bevolking en daarmee een voorwaarde voor een gezonde democratie.
Een democratie is een regering van de bevolking, voor de bevolking. In onze vertegenwoordigende democratie is dit zo vormgegeven dat de bevolking voor vaste periodes vertegenwoordigers kiest die ze aan het einde van die periode kunnen beoordelen. Op verkiezingsdag wordt een nieuwe regering gekozen en daarmee tegelijk de vorige beoordeeld. De enige manier waarop dit systeem écht kan werken is wanneer de bevolking ook écht in staat is haar regering te controleren. Om dat te kunnen doen zijn kritisch denkende, onafhankelijke burgers nodig.
Daarmee is privacy een voorwaarde voor een goed functionerende vertegenwoordigende democratie. Zonder privacy, zonder persoonlijke levenssfeer kunnen mensen zich niet vrij ontwikkelen tot kritische onafhankelijke burgers. Zonder een kritische onafhankelijke bevolking leiden verkiezingen misschien nog wel tot een regering ván de bevolking, maar vervalt de controlerende rol die zorgt dat de regering ook vóór de bevolking is.
Democratie is meer dan eens in de vier jaar kiezen wie je vertegenwoordigt. Democratie gaat over de machtsverhouding tussen de bevolking van een land en haar regering. Wanneer kinderen van jongs af aan aangeleerd krijgen dat ze constant gecontroleerd worden, dat elk misstap of kritische noot zal worden afgestraft, dan creëren we een toekomst zonder kritische denkers. Een toekomst, waarin een kleine groep machthebbers steeds minder gecontroleerd zal worden en de bevolking steeds meer. Laten we er dus voor strijden om de privacy van kinderen te beschermen. De strijd om privacy gaat verder dan hun babyfoto’s, het is een strijd om de toekomst van onze democratie.