Er zullen weinig projecten zijn binnen de gemiddelde gemeente waar niet een extern adviesbureau bij wordt betrokken. Is het niet voor kennis, dan is het wel om een heel proces, zoals parkeeroplossingen, uit te werken. Maar waarom is dat nodig? Wat kan een extern bureau wel, wat een lokale burger niet kan?
Pragmatisch, geloof in papier
Een extern bureau om, bijvoorbeeld, een oplossing voor parkeerdruk te zoeken, zal een pragmatische oplossing neerzetten. Een oplossing die vanuit de papieren wereld bedacht is. Maar deze partij heeft geen ervaring in de stad, kan de impact van beleid veel minder inschatten. Weet veel minder de pijnpunten te liggen en kan zich minder goed inbeelden hoe dat zal uitpakken. Een kunstje dat in de ene stad wel werkt, zou zomaar in een andere stad kunnen mislukken.
De dictatuur van de spreadsheet
Vaak hoor je van dergelijke externe adviseurs wijsheden als: ‘De eerste twee jaar klagen de mensen, maar dat gaat vanzelf over.’ Hieruit spreekt een enorm dédain voor de burger. Eigen medewerkers van de gemeente zouden niet durven om zo met de eigen burgers om te gaan. Maar als een ‘expert’ het zegt…
Ook dogma’s als: ‘centraliseren is kostenbesparing’ en ‘we doen het goed als we de gemiddelde norm halen’, komen vaak uit de koker van zulke adviesbureaus. Het verarmt de lokale en provinciale politiek om daarin mee te gaan.
De bevolking geeft steeds vaker aan zich niet gehoord te voelen bij oplossingen die zo tot stand komen. De burger wil iets te zeggen hebben en gehoord worden. Vertrouwen in de vertegenwoordigende democratie (dus raadsleden, statenleden, kamerleden) holt achteruit.
Luister naar burgers
Wat was er gebeurd als de burger meer bepalend was, in plaats van de externe adviseurs? Als de werkelijkheid van de wijk centraal staat, in plaats van de nationale gemiddelden en de getallen in de spreadsheet?
Ik durf het wel aan: betere oplossingen, meer vertrouwen in de overheid en meer draagvlak voor de oplossingen. En, ook wel interessant, een hele hoop geld uitgespaard.