In de tijdsgeest van privatiseringen in de jaren ‘90 is Waternet opgezet binnen een stichting structuur. Dit heeft tot een aantal ‘suboptimale’ beslissingen geleid waardoor we nu in flinke problemen zitten.
Met Boogers zijn we tot conclusie gekomen dat we als overheid een eigen publiekrechtelijke organisatie nodig hebben. Een jaar geleden hebben we als Algemeen Bestuur (AB) opdracht gegeven om dit uit te werken. Aan die opdracht is niet voldaan In het bestuursvoorstel dat nu voorligt, is er alsnog sprake van een structuur binnen een stichting.
Inherent probleem aan stichting structuur: die komt formeel uiteindelijk op voor het eigen belang. Terwijl de belangen van het volk gediend zouden moeten worden. Dus liefst via directe democratie en anders op zijn minst door AB als volksvertegenwoordiging. Dat is automatisch zo geregeld in publiekrechtelijke organisatie. Nu doen we allerlei kunstgrepen om dat toch te waarborgen binnen een stichting. En te zorgen dat AB alsnog grip op de organisatie krijgt.
De organisatie heeft hierin wel goed hun best gedaan. Er worden in het voorstel dat nu voorlegt pleistertjes gepakt op de grootste pijnpunten in de huidige structuur. Dat is een stap vooruit. Maar omdat een stichting hier niet voor bedoeld is, wordt het met allerlei kunstgrepen onnodig complex. En biedt het onvoldoende garanties dat in de toekomst niet opnieuw onwenselijke situaties ontstaan en verkeerde beslissingen genomen worden.
- Een Raad van Toezicht klinkt leuk, maar ligt bij andere organisaties vaak praktisch in bed met de bedrijfstop, waardoor het een wassen neus wordt. Het is in de praktijk sterk afhankelijk van de personen die er in terecht komen. Een goede governance structuur is zo weinig mogelijk afhankelijk van welke personen de verschillende functies bezetten.
- Er is een probleem met het mandaat. De Secretaris-Directeur (SD) van het waterschap is in het Stichtings Bestur (SB) altijd in de minderheid. En heeft vijf verschillende petten op. En dus veel geconcentreerde macht. In een goede governance structuur is de macht juist zo goed mogelijk verdeeld.
- Essentiële onderdelen van onze organisatie, zoals ICT, HRM en Financiën liggen niet onder onze verantwoordelijkheid; enkel voor 1/3 via de SD in SB. Ondertussen liggen de risico’s alsnog bij ons als opdrachtgever.
- Zoals de Ondernemingsraad ook stelt in haar advies, biedt het voorstel dat voorligt geen oplossing voor de huidige problemen met personeelsbeleid, communicatie en cultuur.
- Beleid en uitwerking worden nu samen in stichting gestopt. Terwijl wij bestuur en beleid wilden combineren. En de uitwerking kan dan in de uitvoeringsorganisatie, in een Gemeenschappelijke Regeling (GR). Op die manier kan je alsnog samenwerken binnen 1 organisatie en de synergie in de watercyclus-organisatie behouden.
Het huidige bestuursvoorstel voldoet gewoon niet aan onze opdracht van een jaar geleden. Met als belangrijkste uitgangspunt om governance te regelen in een publiekrechtelijke organisatie.
Er lijkt uit een soort weerzin tegen veranderingen een soort ongepaste behoudendheid in het proces geslopen. Waardoor er vooral niet te veel verandert. Terwijl het met alle problemen waar we in terecht zijn gekomen toch duidelijk zou moeten zijn dat er een stevige wijziging in governance nodig is.
Samenwerken in de watercyclus vinden we belangrijk, maar dat kan ook prima zonder stichting, via een GR. Dan heb je alsnog synergie door complexe kunstgrepen.
De keuze waar we nu voor staan, doet denken aan de keuze waar we voor stonden tijdens de slibcrisis. Destijds was het duidelijk dat HVC de duurzamere optie was, met hogere maatschappelijke opbrengsten. In de stukken werden echter hogere financiële kosten voorgespiegeld. Maatschappelijke opbrengsten door energie- en grondstoffenterugwinning zijn immers ook lastiger financieel uit te drukken.
Nu dreigt dit opnieuw te gebeuren. Frictiekosten zijn misschien wel makkelijk meetbaar, maar de kosten van het omkatten van wat contracten vallen toch in het niet bij de kosten, als in de toekomst opnieuw verkeerde beslissingen zouden worden gemaakt door een suboptimale governance structuur. Die les zouden we inmiddels toch geleerd moeten hebben met zijn allen. Bovendien kost het hervormen van de stichting natuurlijk ook een hoop geld. En er komen misschien nog wel meer verborgen kosten aan als we in stichting structuur blijven zitten.
Het Dagelijks Bestuur (DB) is een jaar later niet met een oplossing voor een publiekrechtelijke organisatie gekomen, zoals onze opdracht was. We zijn door het huidige voorstel niet overtuigd dat daar voldoende zwaarwegende redenen voor zijn. Wat ons betreft is het hoog tijd dat er een goede oplossing komt die wel aan onze opdracht voldoet, met een publiekrechtelijke organisatie die garandeert dat er altijd goede sturing mogelijk is vanuit de bevolking, en voldoende mogelijkheden biedt voor goede samenwerking in de watercyclus.
—
Bovendien neemt Berenschot wel erg veel afstand van het eigen advies. Ze geven duidelijk aan dat de baten van verzelfstandiging niet zijn meegenomen, en de kosten zijn berekend op basis van bedragen die door Waternet zelf zijn geschat, zonder dat ze de betrouwbaarheid daarvan zorgvuldig onder de loep hebben genomen.
Het DB stelt dat we een portefeuilleverdeling maken binnen het SB, dat de SD daarin de baas wordt van onze kolom van ‘verlengd bestuur’. Dat de organisatie hetzelfde blijft. En dat we onze identiteit gaan versterken. Maar dit alles kan natuurlijk minstens zo goed als we onze eigen organisatie hebben. En schaalvoordelen van functionele diensten behouden kan net zo goed in een GR. In beide gevallen zullen we de komende tijd nog moeten bepalen waar je knipt tussen eigen kolom en stichting. En in beide gevallen kan samenwerken altijd. Het gaat er uiteindelijk in beide gevallen vooral om dat je samen aan gezamenlijke doelen werkt.
De grote complexiteit in de oplossing die nu voorligt, zal natuurlijk tot hoge organisatiekosten gaan leiden. Het is nu toch complexer gemaakt dan in een normale publiekrechtelijke organisatie, omdat alle waarborgen die in een publieke organisatie al automatisch via de wet geregeld zijn nu in een private organisatie moet stoppen. Met het voorstel dat het nu voorligt en alle zorgen die daarover geuit zijn door mijn collega’s, heb ik toch het gevoel dat we nog maar moeten afwachten of we toch niet iets over het hoofd zien, waardoor we in de toekomst opnieuw tegen grote problemen aan zouden kunnen lopen.
Is er niet te gemakkelijk gekozen om toch voor die behoudende optie te gaan en terug te vallen op de stichting variant? Wat was nu de zwaarwegende reden om terug te vallen op de stichting, tegen de duidelijk uitgesproken voorkeur van het AB in?
Als je de governance aanpakt, doe het dan ineens helemaal goed!
—
Deze tekst is een parafrasering van de inbreng van Matthijs Pontier in het debat over de governance van Waternet bij de commissievergadering van Waterschap Amstel Gooi en Vecht van 7 december 2022.